Er zijn dieren die heel klein, groot en die het allergrootste zijn. Sommige dieren hebben grote poten, grote lijven, lange nekken, enzovoorts. In dit vrij grote boek (34 cm) passeren negen grote dieren de revue. We maken kennis met de giraf, de komodovaraan, de Afrikaanse olifant, de kolossale inktvis, de eland, de blauwe vinvis, de struisvogel, de Galapagos-reuzenschildpad en het nijlpaard. Aan elk dier worden zes pagina’s besteed, met een fraaie kleurenillustratie over een spread van het dier, een dubbele pagina met korte weetjes (grootte, gewicht, woonplaats en andere eigenschappen) én een dubbele pagina met aanvullende informatie in de ik-vorm, in tekstblokjes en op een witte achtergrond. De tekeningen, waarvan enkel de grootste op een pastelkleurige achtergrond staat, zijn een lust voor het oog: ze zijn natuurgetrouw en gedetailleerd. De aangeboden informatie is interessant, wordt gevarieerd gebracht en sluit qua hoeveelheid en niveau goed aan bij de beoogde doelgroep. Deel uit de reeks 'Superbeesjes', waarin o.a. ook 'De beste mama's en papa's'* verscheen. Met deze grootse, mooi verzorgde en leerzame uitgave kunnen kleine biologen van ca. 5 t/m 8 jaar hun hart ophalen.