De schrijver Thomas Korsgaard maakte in Denemarken furore met zijn Tue-trilogie. De semi-autobiografische romans beschrijven het leven van Tue, die opgroeit op een boerderij in Jutland. Zijn vader is gewelddadig en zijn moeder is verslaafd aan de medicatie na een mislukte operatie. Tue worstelt met zijn ontluikende homoseksualiteit.

In dit tweede deel, Op een dag lachen we erom, is Tue 17 en maakt hij zich verder los van het leven op de boerderij. Experimenteren in de grote stad met alcohol, drugs en seksuele escapes, het hoort er allemaal bij.

Opnieuw weet Korsgaard te overtuigen met zijn realistische portret van de zoekende en soms hopeloos falende tiener. De werkelijkheid wordt nergens mooier gemaakt dan die is. Tijdens een reis naar Alanya schaamt Tue zich kapot voor het onbeschofte gedrag van zijn ouders, maar uiteindelijk is er ook genegenheid.

Het leest allemaal vlot weg in hapklare hoofdstukken. Dat is dan ook de kritiek die je zou kunnen hebben: een diepere laag is er niet. Begrijpelijkheid en toegankelijkheid staan voorop. Dit is het leven, zoals het is: met een lach en een traan, gênant en ontroerend, deprimerend en hoopvol.

Uit het Deens vertaald door Lammie Post-Oostenbrink. Ambo Anthos; 271 pagina's; € 23,99.

Een fijnzinnige roman over het gezinsleven, seksualiteit en dromen waarmaken. Wanneer een straatarm gezin plotseling een miljoen ontvangt, krijgen ze de kans om hun dromen na te jagen. De jonge Tue, die de wereld en zijn eigen seksualiteit verkent, realiseert zich echter dat het geld de onderliggende problemen niet kan oplossen. Ondanks de uiterlijke veranderingen, zoals een vers geschilderd huis en nieuw meubilair, blijven de scheuren in hun leven zichtbaar. Verstild en sfeervol geschreven. Thomas Korsgaard (1995) is een Deense auteur. ‘Op een dag lachen we erom’ is het tweede boek in de Tue-trilogie.* Voor het derde deel van de serie ontving hij de prestigieuze Deense literaire prijs De Gyldne Laurbær, waarmee hij de jongste winnaar ooit werd.